Gemeente- en OCMW raad 27/4/2020

Burgemeestersconvenant 

Het Stadsbestuur heeft in 2015 het burgemeestersconvenant ondertekend in groep (Van Zee tot Ijzer), dit was met Nieuwpoort, Kortemark, Koekelare, Langemark-Poelkapelle, Lo-Reninge, De Panne en Middelkerke. Voor het convenant 2030 zijn er twee gemeenten afgevallen en eentje bijgekomen. De Panne en Middelkerke gaan het burgemeestersconvenant 2030 niet ondertekenen en Koksijde komt bij de groep.

Het Burgemeestersconvenant is een continu proces, het is onmogelijk om nu een eindresultaat te geven van de afgelopen convenant met doelstellingen 2020 (die afloopt eind dit kalenderjaar).  De rapporteringen hiervan gebeuren tweejaarlijks en dit gebeurd door de WVI. We hebben het Burgemeestersconvenant ondertekend in juni 2015, dan hadden we 2 jaar de tijd om een actieplan op te stellen, het actieplan was klaar in februari 2017 en dan moet je naar 2 jaar een eerste keer rapporteren aan Europa, dus dat was februari 2019.

We gaan als bestuur een meetbaar engagement aan (doelstelling was 20% reductie tegen 2020, in de nieuwe convenant wordt dat 40% tegen 2030), het is een proces dat toch heel wat rekening houdt met allerlei factoren. Waarom is het niet zo simpel om nu een cijfers naar voor te brengen:

  • Het resultaat in CO2-uitstootreductie. Kunnen we op dit moment geen exact getal op  kleven.
    • De cijfers zijn momenteel nog maar beschikbaar tot en met 2017. Er zit immers vertraging op het aanleveren van de cijfers door Vlaanderen. VITO, die de opdracht uitvoert, hangt af van het ritme waarop de data wordt aangeleverd door hun dataleveranciers en het is het traagste dat bepalend is. Nadien moeten ze ook nog verwerken. Concreet: de cijfers worden telkens in de zomer aangeleverd. Zomer 2019 kregen we de cijfers over 2017, zomer 2020 zal dit zijn voor 2018.
    • De cijfers die we ontvangen zijn globaal. Per hoofdthema in het convenant (bvb. residentiële sector, tertiaire sector, particulier+commercieel vervoer,…) is er één cijfer per type brandstofbron. We weten met de Vlaams aangeleverde data bvb. dus enkel hoeveel de sector huishoudens verbruikt aan elektriciteit, mazout, gas,… maar geen verder detail.
    • De cijfers zijn niet voor alle sectoren even betrouwbaar (VITO geeft nu in de datasets zelf de graad van betrouwbaarheid aan, bvb. verkeer is laag). Veel ligt aan hoe gedetailleerd de data zijn waarmee VITO aan de slag kan en versleuteling gebeurt steeds op basis van algemene aannames (bvb. voor mobiliteit zijn er geen cijfers op gemeentelijk niveau).
    • Globaal zien we een afname met een 3-5% tussen 2011-2017 in de gemeenten van werkingsgebied van de WVI. Het is een logische uitslag. Tot op heden worden klimaatdoelstellingen immers nergens gehaald, noch lokaal, noch op Vlaams niveau, noch op Europees niveau, noch mondiaal. Diksmuide dus ook niet!
  • het resultaat in genomen acties:
    • In het energieactieplan zijn heel wat acties opgesomd, het merendeel individuele acties (acties op het niveau van de stad). Wat we allemaal gedaan hebben op vlak van het eigen patrimonium, bv zonnepanelen op de sportsite, nu ook op het recyclagepark, ook de elektrische wagens die we de afgelopen tijd hebben aangekocht, de isolatiepremie die we ingevoerd hebben enz…

Het project Energieke Dorpen, waarbij we in Diksmuide toch heel wat acties gedaan hebben om inwoners te sensibiliseren om minder energie te verbruiken. De klimaatbende die we in de scholen opgericht hebben.

  • Er werden ook een aantal regionale acties opgesomd in het energieactieplan. De meest zichtbare en grote actie die daarin gerealiseerd werd is de communicatiecampagne. Er was de scholenwedstrijd voor het logo, dat dan geleid heeft tot de mascotte die ook fysiek aanwezig is in de gemeente, je hebt de slogan, de templates om acties aan te kondigen, de posters met personen, de aansluiting op de website Langlededewesthoek, het persmoment, het filmpje over het Burgemeestersconvenant. Daarnaast werd er aan uitwisseling van acties gedaan, bvb. de actie rond het testen van elektrische fietsen en wagens.

Verder zijn er ook een aantal globale realisaties/elementen:

  • de opgezette structurele samenwerking met de groep van gemeenten
  • het verankerd zijn van de acties in het beleid door middel van een door de gemeenteraad goedgekeurd plan
  • de overkoepelende blijvende gratis dienstverlening van WVI ter ondersteuning. WVI organiseert enerzijds het halfjaarlijks overleg met de kerngroep, anderzijds coördineert ze een aantal regionale acties en als laatste wordt waar mogelijk ook ondersteund bij het aanvragen van middelen. Zo is de WVI binnen het Vlaams Klimaatfonds actief om intergemeentelijke dossiers voor de Burgemeestersconvenant-groepen ingediend. Dit heeft in deze regio geleid tot het goedgekeurd dossier over deelfietsen (actie getrokken door Margo Swerts, voor Kortemark en Diksmuide).
  • de toegang tot bepaalde subsidiekanalen waarin het energieactieplan/klimaatplan (SEAP/SECAP) een vereiste is bvb. EFRO programma Vlaanderen en subsidiekader van de provincie in het kader Gemeente voor de Toekomst, daar hebben wij een project ingediend rond klimaatvriendelijke evenementen maar ligt nu stil door de coronacrisis.

Als laatste zijn klimaatdoelstellingen opnemen en bereiken een noodzaak. Ook hier zijn een aantal zaken op te lijsten:

  • Het nieuwe convenant stelt een reductie van 40% in de CO2-uitstoot tegen 2030 als doel, samen met het zich aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering. Deze doelstellingen zijn in lijn met wat Europees sowieso verplicht wordt, met doorvertaling van die verplichtingen naar elk van de lidstaten.
  • De doelstellingen zijn niet de verantwoordelijkheid van één partij. Deze doelstellingen zijn dus niet enkel te bereiken met acties op lokaal niveau. Alle overheidsniveaus dienen binnen de bevoegdheden acties op te nemen (lokaal, provinciaal, Vlaams, Federaal en ook Europees). Maar ook hiermee bereik je nog maar 1 van de 5 pijlers die moeten samenwerken en elk ageren vanuit de eigen mogelijkheden. De 5 pijlers zijn: overheden (alle overheidsniveaus), bedrijfswereld, kennisinstellingen, NGOs en burgers. Voor de lokale overheid liggen de sterktes in het faciliteren, informeren/sensibiliseren/communiceren, meenemen van de eigen burgers/bedrijven/verenigingen/ bij planopmaak en uitvoer van acties, opnemen van de voorbeeldfunctie dus in eigen beslissingen klimaat meenemen.
  • Het nu nog niet bereikt hebben van de doelstellingen mag niet betekenen dat we in totaliteit afstappen van het nemen van klimaatactie.
  • Het mag evenmin zo zijn dat we eigen acties uitstellen omdat we van mening zijn dat andere partijen eerst actie moeten nemen/beter geplaatst zijn om actie te nemen. Elk moet vanuit de eigen verantwoordelijkheid de eigen rol opnemen. Zoniet blijft iedereen op iedereen wachten.

Het nieuwe convenant geeft een vervolg aan de huidige convenant, en volgt dezelfde werking, structuur en proces. Er is dus momenteel geen definitief overzicht of nota of ppt over het huidige convenant. Dit is ook niet op te maken voor een stand van zaken van vandaag, gezien de data niet beschikbaar is

Burgemeestersconvenant 2030 (voluit Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie, of kortweg CoM 2030). In dit traject is de doelstelling aangescherpt op vlak van het verminderen van de CO2-uitstoot (mitigatie), naar 40% minder tegen 2030. Daarnaast is ook het zich aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering (adaptatie) geïntegreerd, wat in CoM 2020 niet het geval was.

Deelnemers aan het convenant maken een klimaatplan (SECAP) op, op basis van de inventarisatie van CO2-uitstoot op het grondgebied (nulmeting) en een analyse van de risico’s en kwetsbaarheden op vlak van klimaatverandering (risico- en kwetsbaarheidsanalyse). In West-Vlaanderen gaat het voornamelijk over hitte, droogte, overstroming, erosie en zeespiegelstijging.

Binnen het Burgemeestersconvenant 2030 worden volgende sectoren meegenomen bij de opmaak van het SECAP-plan:

gemeente als organisatie

residentiële sector (dit is elektriciteit en verwarming bij de huishoudens)

tertiaire sector (handel)

mobiliteit

landbouw (nieuwe sector tov 2020)

industrie (nieuwe sector tov 2020)

 

hieronder de berekeningen van Evelien Bolle van de WVI. Je ziet twee tabellen, let op cijfers gaan over 2017!!! De cijfers van 2018 zijn nog niet beschikbaar!

De 1ste tabel is met de verplichte sectoren die we moesten ondertekenen bij het burgemeestersconvenant 2020.

De 2de tabel is met alle sectoren, dus ook industrie en landbouw bij gerekend.

 

In de 1ste tabel verminderen we de CO2-uitstoot met 2%

In de 2de tabel (dus met industrie en landbouw) is de CO2$uitstoot gelijk gebleven, dus niet omhoog maar ook niet omlaag.

 

Op vlak van windmolens, bv 3 windmolens in Kaaskerke:

Als we dit berekenen volgens de 1ste tabel, dan brengt dit een reductie extra mee van 3,2%.

Volgens de 2de tabel, 2,4%.

Diksmuide 2011 2017 Evolutie
huishoudens 25677 23625 -8%
tertiair 10914 10949 0%
openbare verlichting 279 190 -32%
particulier en commercieel vervoer 33226 33942 +2%
openbaar vervoer 577 479 -17%
Totaal 70673 69184 -2%
Diksmuide 2011 2017 Evolutie
huishoudens 25677 23625 -8%
tertiair 10914 10949 0%
openbare verlichting 279 190 -32%
landbouw 13829 12805 -7%
industrie (niet-ETS) 7940 10389 +31%
particulier en commercieel vervoer 33226 33942 +2%
openbaar vervoer 577 479 -17%
niet toegekend 864 634 -27%
totaal 93305 93012 0%

 

De CO2- reductie van een windturbine hangt af van het geïnstalleerde type. Voor een windturbine van 2MW kunnen volgende cijfers gehanteerd worden:

Wind
Windmolen 2 MW (bron: Departement omgeving: De rol van ruimtelijke ordening in de energie- en klimaattransitie)
1 windturbine 4000 MWh/Jaar
emissiefactor elektriciteit 0,186 ton CO2/MWh
CO2-reductie 1 windturbine (ton CO2/jaar) 744
CO2-reductie 3 windturbines (ton CO2/jaar) 2232

 

Afschaffen / verlegging sentier nr 3

Een paar weken terug zijn de diensten Ruimtelijke Ordening en milieu en mezelf samen gekomen om het vervolg te bespreken, daar dit voorzien is in het beleidsplan.

We dienen echter rekening te houden met het nieuwe gemeentewegendecreet, dat sinds kort van kracht is, wat uiteraard de procedure anders maakt in vergelijking met 2019.

Er zullen een aantal gesprekken plaats vinden de eerstvolgende weken.  Op basis van deze gesprekken zullen we bepalen welke strategie en welk traject we zullen volgen.

Verder er zijn voldoende financiële middelen voorzien op het budget 2020 en 2021 voor de aanleg ervan, wat het levende  bewijs is, dat  deze doortrekking van het wandelpad een prioriteit behelst.

We kunnen u ook meegeven, dat we eveneens de draad terug opnemen en dat  er een nieuw overleg is gepland met aanpalenden voor  een verbinding van deze te verleggen sentier en de Galileistraat.

De coronamaatregelen hebben de overlegmomenten met de aangelanden vertraagd, maar van zodra de maatregelen wat worden gemilderd zullen wij alle registers open trekken.

 

Verbinding pendelparking NMBS-kleinhandelszone

Door de NMBS zijn er verschillende opmetingen uitgevoerd.  Het aantal parkeerplaatsen wordt van 100 naar 150 opgetrokken.  De aanleg van de pendelparking was opgenomen in EFRO subsidiedossier, dat ondertussen groen licht heeft gekregen.

Op het overleg van 11/03/2020 werd er door de Stad gesuggereerdom deze werken te prefinancieren door de Stad en dusdanig als trekker van het project te fungeren. Kwestie van een blijvend een vinger in de pap te hebben!

Het voorstel van de Stad wordt nu besproken op het eerstkomende managementcomité.

We hopen te kunnen starten medio 2021 na het bekomen van de omgevingsvergunning inherent met de overwelving.